7 werkwoorden in het Papiaments die je absoluut moet kennen!

werkwoorden in het papiaments

Stel, je bent net terug van vakantie en iemand vraagt jou wat je allemaal gedaan hebt tijdens je vakantie. Hoewel het goed mogelijk is dat je ‘niks’ antwoordt, is de kans groter dat jouw antwoord wat langer is en dat het één of meer werkwoorden bevat. Je hebt immers werkwoorden (verbo) nodig om een gebeurtenis, een handeling, een situatie of een toestand uit te drukken.

In het Nederlands moet je in veel gevallen werkwoorden vervoegen om een goede zin te maken. Dat doe je door de vorm van het werkwoord aan te passen aan o.a. de tijd waarin de zin moet staan en aan het onderwerp. Het Papiaments gaat anders om met werkwoorden. In deze eerste blog over werkwoorden houden we het simpel. Deze 7 werkwoorden in het Papiaments die je absoluut moet kennen, behouden hun oorspronkelijke vorm. Je hoeft de werkwoorden dus niet te vervoegen! Bekijk de voorbeelden zelf maar:

1. Ta | Zijn

Mi ta kansá
Ik ben moe

Bo ta dosente
Je bent docent

E ta aki
Hij/zij is hier

Nos ta liber
We zijn vrij

Boso ta loko
Jullie zijn gek

Nan ta yòn
Ze zijn jong

In bovenstaande voorbeelden zie je dat het werkwoord in alle gevallen onveranderd blijft. Ook de volgende werkwoorden in het Papiaments vervoegen we niet! Makkelijk, toch?

2. Tin | Hebben

Nos tin sèn
Wij hebben geld

Mi tin 18 aña
Ik ben 18 jaar oud

3. Yama | Heten

Mi yama Patrick
Ik heet Patrick

E yama Marjan
Zij heet Marjan

4. Sa | Weten

Bo sa hopi
Je weet veel

Mi no sa
Ik weet het niet

5. Por | Kunnen/Mogen

E por tur kos
Hij/zij kan alles

Mi por konta te binti
Ik kan tot twintig tellen

6. Ke | Willen

Mi ke awa
Ik wil water

Nan ke kome
Zij willen eten

7. Mester | Moeten

Nan mester drumi
Ze moeten slapen

Boso mester sosegá
Jullie moeten uitrusten